De taal op het water

Zijden varen
Wanneer kanovaarders allebei aan één kant peddelen om een bocht door te komen.

Zielescheepje
Model van een scheepje dat door sommige volksstammen aan hun doden werd meegegeven voor de tocht naar het zieleneiland, het rijk der gestorvenen.

Ziel
Kern

Ziekenpa
Verpleger.

Ziekenkooi, ziekenboeg
Ruimte aan boord ter verpleging van zieken. Aan boord van elk passagiersschip dient ten minste één ziekenkooi te zijn. Een passagiersschip ingericht voor het vervoer van 50 passagiers of meer dient over een ziekenboeg te beschikken.

Zicht
Afstand waarop overdag voorwerpen zichtbaar zijn. Hier volgt de internationale schaal voor het zicht op zee:
Zicht minder dan 50 meter: Zeer dikke mist
Zicht tussen 50-200 meter: Dikke mist
Zicht tussen 200-500 meter: Mist
Zicht tussen 500-1000 meter: Mistig
Zicht tussen 1-2 kilometer: Nevelig
Zicht tussen 2-4 kilometer: Slecht zicht
Zicht tussen 4-10 kilometer: Matig zicht
Zicht tussen 10-20 kilometer: Vrij goed zicht
Zicht tussen 20-50 kilometer: Helder zicht
Zicht meer dan 50 kilometer: Buitengewoon helder zicht
Bij verminderd zicht is de chef van de wacht verplicht om maatregelen te nemen ter voorkoming van een aanvaring op zee. Bovendien moet hij de kapitein waarschuwen, een uitkijk plaatsen, een roerganger op de brug laten komen (in drukke vaarwaters onmiddellijk overgaan op handbesturing), de navigatielichten ontsteken en de radar in gebruik stellen.

Zitter
(1) Vulstuk dat legger en inhout verbindt. (2) Oplanger van een hengst of hoogaars, die niet verlengd is door een klos.

Zn
(n)Azimut

Zoutboek
Notitieboek voor zoutverbruik.

Zorglijn
(1) Lijn van het roerblad naar het dek. (2) Lijntje waarmee de dol tegen overboord gaan wordt gezekerd, zodat hij ook als hij uitgenomen is aan de boot bevestigd blijft.

Zootje
(1) Volendammer visgerecht. (2) Verkoopeenheid voor spiering (»0 à 70 stuks). (3) Drie kantjes haring die de bemanning als extraatje krijgt.

Zonshoogtecorrecties
Hieronder vallen: certificaatfout, indexfout, ooghoogte, refractie, parallax en semidiameter.

Zonshoogte
De hoek waaronder de zon wordt gemeten.

Zonnetje schieten
Het bepalen van de positie van het schip door middel van een sextant.

Zondagsvaarder
Ongeoefende watersporter.

Zomerroef
Houten uitneembare roef.

Zomerdijk
Dijk die alleen het lage water tijdens de zomer kan keren.

Zomerbed
De oppervlakte die bij gewoon hoog zomerwater of gewone vloed door de rivier wordt ingenomen. Zie ook Winterbed.

Zollpapier
Bewijs van inklaring door de douane.

Zolderschuit
Breed, lang vaartuig met plat, laag dek. Soort dieplader.

Zog
Kielwater

Zoetwatermatroos
Middel tegen zeeziekte. Men neme een forse borrel en drinkt deze in één teug, met dichtgeknepen neus op. Mocht de eerste zoetwatermatroos niet het vereiste effect hebben, probeer dan een tweede, een derde of een vierde om het ongemak te verdrijven. De aanhouder `wint`.

Zodiakaallicht
Een zeldzame, op het noorderlicht lijkende zwakke, kegelvormige lichtschemering, ter weerszijden van de zon. Komt in het begin van de lente en van de herfst voor zonsopgang en na zonsondergang voor. Zie ook Groene straal.

Zoöplankton
Kleine diertjes die passief met de stromen meedrijven (niets dierlijks is de mens vreemd…). Zij leven van fytoplankton en er zijn vele soorten. De Calanus, een roze, transparant diertje dat tot de familie der copepoden behoort, is belangrijk als hoofdvoedsel van de haring en andere vissen, maar ook het grootste zoogdier, de blauwe vinvis, voedt zich met fytoplankton. Zoöplankton is dus een wezenlijke schakel in de voedselketen, waar we enorm zuinig op moeten zijn.

Zoutweger
Areometer

Zoutwaterhoek
De hoek in de cafetaria waar de zeer oude matrozen zaten en waar het nogal luidruchtig was.

Zusterhaken
Dubbele haken die op elkaar passen.

Zuidzeevaarder
(1) Schip dat op de Stille Oceaan vaart. (2) Schepeling op zo`n schip.

Zuidzee-eiland
Willekeurig eiland in de Stille Oceaan.

Zuidwesterzon
Drie uur `s middags.

Zuidwester
Hoed met brede rand van oliedoek. Valt aan de achterkant over de kraag, zodat het water niet je nek kan inlopen.

Zuidwest-moessondrift
Wanneer zich boven Azië een lagedrukgebied bevindt, de Zuidoostpassaat over de evenaar stroomt en op het noordelijk halfrond overgaat in de Zuidwestmoesson, vinden wij benoorden de evenaar de Zuidwest-moessondrift, een stroom om de oost, die tevens met grote bochten de Arabische Zee en de Golf van Bengalen doorloopt. Tussen de Zuidwest-moessondrift en de Zuidequatoriaalstroom bevindt zich een gebied van variabele stromen.

Zuidwal
Met de `Zuidwal` werden vóór de afsluiting van de Zuiderzee Elburg, Harderwijk en Nijkerk bedoeld.

Zuidtij
Zie Noordtij

Zuiderzon
Twaalf uur `s middags.

Zuidoosterzon
Negen uur `s morgens.

Zuiderzeedijk
Brak in de nacht van 13 op 14 januari 1916 bij Zuiderwolde, Uitham en Katwoude door, bij een zware storm. Vrijwel geheel Waterland tot aan de Zaan stond onder water, en verscheidene mensen kwamen daarbij om het leven. Zie ook Watersnoodramp.

Zuiderzeesteunwet
Wet op de steun aan slachtoffers van de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee.

Zuiderzee
Vroegere binnenzee, inham van de Noordzee. In 1932 afgesloten door de Afsluitdijk. Heet sindsdien IJsselmeer. Grotendeels ingepolderd. Zie ook afb. 54 en Afsluiting van de Zuiderzee.

Zuiderlicht
Ook: aurora australis. Spectaculair natuurverschijnsel dat ontstaat als van de zon afkomstige sub-atomaire deeltjes in het magnetisch veld van de aarde terechtkomen. Zie ook Poollicht.

Zuidersoppie
Zuiderzee

Zuidequatoriaalstroom
Gaat om de west en wordt opgewekt door de Zuidoostpassaat. Een deel van de stroom buigt ten oosten van Cap Roque om de noord en vormt met de Noordequatoriaalstroom de Guyanastroom. De rest stroomt zuidwaarts langs de kust van Brazilië als Braziliëstroom.

Zuidelijke IJszee
Zeegebied rond het Antarctisch continent.

Zuidchinese Zee
Randzee van de Grote Oceaan, omsloten door China, Taiwan, Vietnam, Thailand, Malakka, Kalimantan en de Filippijnen. Er komen regelmatig taifoens (cyclonen) voor.

Zugioi
Zie Trireme

Zwarte bende
De douane.

Zware spier
Laadboom voor zware lasten. Zie Spier.

Zwanehals
LummelGebogen ijzeren stang aan de giek, ter bevestiging van de giek aan een oog of bus aan de mast. Zie ook afb. 55.

Zwampudding
Nagerecht, opgediend met schuimsaus.

Zwaarweerboard
Ook: funboard. Surfplank met grote vin, voetbanden en dergelijke, die bedoeld is voor zwaar weer.

Zwabber
(1) Dweil van kabelgaren of lappen aan een steel gebonden. (2) Ook: zwabbergast. Matroos derde klas.

Zwaartepunt plank
Zie Lateraalpunt.

Zwaartepunt zeil
Ook: drukpunt. Alle windkrachten die op het zeil worden uitgeoefend, geconcentreerd in één punt.

Zwaartouw
Ankertouw.

Zwaardvisklasse
Type onderzeeboot, dat wordt ingezet voor verkenning en aanvallende acties.

Zwaardstelbout
Horizontale bout aan dek, waarlangs de zwaardbout verschoven kan worden.

Zwaardval
Zwaardloper

Zwaardloper
Ook: zwaardval. Voorloper van staaldraad met talie om een zijzwaard te bedienen.

Zwaardkop
Bovenste, verzwaarde deel van een zijzwaard.

Zwaardknie
Zwaardbolder

Zwaardklamp
Strijkklamp

Zwaardkast
Zwaardbun

Zwaardbun
Zwaardkast, zwaardkoker.

Zwaarddop
Halfronde klos waar de zwaardloper door voert.

Zwaardbout
Bout door de kop van het zwaard.

Zwaardbolder
Zwaar inhout waar een zijzwaard aan hangt.

Zwaardbeslag
IJzeren beslag om de zijzwaarden.

Zwaard
Driftbeperkingsmiddel, uitgevoerd als midzwaard, als kimzwaard of als zijzwaard. Is draaibaar en intrekbaar door middel van zwaardval en zwaardbout of enkel uittrekbaar steekzwaard. Ook wel uitgevoerd in combinatie met een kleine vin. Zie ook afb. 48 en Kielmidzwaardconstructie.

Zwaanshals
Lummel

Zwaaikom
Plaatselijke verbreding van het vaarwater om schepen de gelegenheid te geven om te draaien.

Z.o
Zeiloppervlak.

Z.o./w
Zeiloppervlak-waterverplaatsingsratio.