De taal op het water

Veiligheidsklep
Ontluchtingsklep die automatisch lucht afblaast, waardoor het ontstaan van overdruk in het trimjack wordt tegengegaan.

Veiligheidsharnas
Veiligheidsgordel met een brede band, tegenwoordig vaak ingebouwd in reddingsvesten en zeilkleding. Zie ook Looplijn, Lijflijn en Trapeze.

Veger
Vlak boven het water hangende boom.

Vega
(1) Het als bark getuigde stoomschip van 299 ton, een verbouwde walvisvaarder, waarmee Adolf Erik Nordenskjöld in 1878-1879 als eerste de Noordoostelijke doorvaart gebruikte. (2) Jacht van de milieuorganisatie Greenpeace.

Veerpont
(1) Platte, rechthoekige schuit waarmee personen en voertuigen over een rivier worden gezet. (2) Groot vaartuig om personen en voertuigen over een breed vaarwater te zetten. Zie ook Gierpont en Ferry. Volgens het BPR: een schip dat een veerdienst onderhoudt, waarbij de vaarweg wordt overgestoken en dat door de bevoegde autoriteit als veerpont is aangemerkt.

Veem
Onderneming die goederen in bewaring neemt en pakhuizen (onder andere vries- en koelhuizen) exploiteert. Treedt ook op als expediteur en handelt douaneformaliteiten af.

Vectralijn
Zeer sterk, rekt nauwelijks en vervormt na verloop van tijd niet. Slecht bestand tegen ultraviolette straling, redelijk bestand tegen buigen.

VHF
Very High Frequency. Zie Marifoon.

Vijver
Ook: sloot. De Atlantische Oceaan.

Vijlen
Schavielen

Vijfschaft
Gerecht van lamsvlees, aardappelen, uien, wortelen, bruine bonen en zure appelen.

Vijfhoeken
Zeesterren.

Vierstreekspeiling
Soort dubbelstreekspeiling. De eerste boordpeiling wordt genomen wanneer het te peilen punt een hoek van 45E maakt met de koerslijn. De tweede boordpeiling vindt plaats wanneer het te peilen punt dwarsop (90E) is gekomen.

Viermastbark
Zie Bark

Vierling
Vijftig pond. Verkoopeenheid voor spiering.

Vierkantgetuigd
Dwarsscheeps getuigd, door middel van ra`s. Zie ook Langsscheepsgetuigd. Zie ook afb. 52.

Vierkant staan
Staand of sleepnet met ongeveer even lang boven- en ondersim. Zie ook Sim.

Vierkant maken
Alles aan boord opruimen.

Vierkant gaffeltopzeil
Zeil tussen gaffel en topmast met onder- en topra.

Vieren
(1) Verminderen van de kracht op een touw. (2) Toegeven aan de wind.

Vier-zonder
Roeiteam van vier personen zonder stuurvrouw-stuurman. Zie ook Boordroeien.

Victualiën
De aan boord meegevoerde proviand; eten en drinken en dergelijke.

Victory-schip
Scheepstype dat aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in serie werd gebouwd. 7500-8500 BRT, L.O.A. 138,70 m., breedte 18,70 m., diepgang 8,40 m. Sterker en sneller dan het Liberty-schip. Er werden er in totaal 531 gebouwd.

Victualiemeester
Proviandmeester.

Victory
Vlaggeschip van admiraal Horatio Nelson (1758-1805) tijdens de Slag bij Trafalgar. Op 21 oktober 1805 werd Nelson dodelijk getroffen door een geweerkogel, toen de slag in feite al in het voordeel van de Engelse vloot was beslist. Het schip is geheel gerestaureerd en te bezichtigen in de Engelse stad Portsmouth.

Victoria
Het schip waarmee kapitein Del Cano na drie jaar op 6 september 1522 als eerste terugkeerde van een reis om de wereld. Fernando de Magallanes, de aanvoerder van de Spaanse verkenningsvloot, sneuvelde op 27 april 1521 op de Filippijnen. Del Cano kreeg van de Spaanse koning een wapen met de aardglobe, met daaronder de woorden: `Primus circumdedisti me` (als eerste ben je om mij heen gevaren). Zie ook Circumnavigatie.

Victoire 822
Luxueus en vernuftig polyester zeiljacht. L.O.A. 8,22 m.

Victoire 933
Degelijk gebouwd polyester zeiljacht. L.O.A. 9,33 m., zeiloppervlak 17,85 en 13,02 m².

Victoire 1200
Solide polyester toerzeiljacht, geschikt om langere zeereizen mee te maken. L.O.A. 12 m., zeiloppervlak 93 m².

Victoire 1122
Mooi afgewerkt klassiek zeiljacht, sloepgetuigd, geschikt voor zeereizen. Polyester rondspant, met zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 11,11 m., breedte 3,52 m., zeiloppervlak 81 m².

Victoire 1044
Zeer degelijk en fraai afgewerkt polyester zeiljacht. L.O.A. 10,44 m., zeiloppervlak 41,70 m².

Victalie
Victualiën

Victoire
Zeilkruisertje met ruimte voor vier opvarenden en beperkte diepgang. Voert grootzeil, fok en genua. L.O.A. 6,60 m., zeiloppervlak 19,50 m².

VKO
Vereniging van Kapiteins en Officieren ter koopvaardij.

VKSJ
Vereniging Klassieke Scherpe JachtenBehoudsorganisatie die in 1982 is opgericht.

Vleugelkuil
Kuil met uitgesneden boven- en onderzijde.

Vleugelhekje
Scheerhout

Vleugelkiel
Kiel met onderaan twee vleugeltjes. Ontwikkeld in de America`s Cup, om aërodynamische redenen, ter voorkoming van bepaalde wervelingen. Later ook toegepast bij toerjachten, onder andere vanwege de driftbeperking bij kleinere diepgang.

Vleugel
(1) Wimpel boven in de mast, aan het scheerhout bevestigd; waker. (2) Onderdeel van een kuilnet of fuik. (3) Uitstekend deel van de navigatiebrug.

Vletterlieden
Roeiers

Vlet
Klein platboombootje.

Vlerk
(1) Vlag(2). (2) Zijdelings aan een prauw verbonden drijver. (3) Deel van het scheepswand tussen de windveren en de hekstutten.

Vlerkprauw
Prauwmet aan weerszijden drijvers, die met lange balken aan de prauw bevestigd zijn. Zie ook Meerrompsboot.

Vleet
De gezamenlijke aan elkaar geknoopte drijfnetten (100 à 120) die een logger uitzet voor de haringvangst. Elk net is ongeveer 30 meter lang en 1meter hoog.

Vleet
(1) Het geheel van uitgeschoten haringnetten van een schuit, 90 tot 150 netten van elk 31,5 m. lengte, dat als een gordijn in het water staat. (2) De hoeveelheid vis die met een vleet wordt gevangen. (3) Al het mast- en tuigwerk van een schip dat bij storm overboord slaat, maar wel aan het schip blijft hangen. (4) Takelage.

Vleeshaak
Gebroken draad in een staalkabel, reling of stag, waaraan je je lelijk kunt bezeren. Afknippen, kort vijlen en eventueel een stukje isolatieband eromheen.

VLCC
Very Large Crude Carrier . Erg grote tanker, met zo`n 250.000 ton laadvermogen of meer.

Vlampijpen
Macaroni.

Vlakweger
Wegerop de bodem van het schip.

Vlak
(1) Ook: denning. Vlakke gedeelte van het onderwaterschip; bodem van het schip. (2) Ondiepte.

Vlagvertoon
Het laten zien van de vlag als natie, door een of meer oorlogsbodems naar het buitenland te sturen.

Vlagofficier
De officieren van de Koninklijke Marine die gerechtigd zijn een vlag te voeren. Van laag naar hoog zijn dat: commandeur, schout-bij-nacht, vice-admiraal, luitenant-admiraal en admiraal.

Vlaggetjesdag
De dag waarop de haringvloot enkele dagen voor het uitvaren een gepavoiseerde vlootschouw hield. Tegenwoordig alleen op de dag waarop de haringvloot voor het eerst uitvaart. Zie ook Pavoiseren.

Vlaggeschip
Oorlogsschip waarop de vlagofficier of vlootvoogd, die het bevel voert over een scheepsmacht, zijn commandovlag of standaard heeft gehesen en waarop hij en zijn staf zijn ingescheept.

Vlaggenalfabet
Bestaat uit seinvlaggen. Elke vlag symboliseert een letter van het alfabet. goed vrij van mij en vaar langzaam.
B Ik laad, los of vervoer gevaarlijke stoffen.
C Ja. Het antwoord is bevestigend.
D Houdt vrij van mij; ik kan moeilijk manoeuvreren.
E Ik verander koers naar stuurboord.
F Ik ben ontredderd; stel u met mij in verbinding.
G Ik verlang een loods. (Bij vissers: ik ben bezig netten in te halen.)
H Ik heb een loods aan boord.
I Ik verander koers naar bakboord.
J Ik sta in brand en heb gevaarlijke lading aan boord; houdt goed vrij van mij.
K Ik wens met u in verbinding te treden.
L U moet uw schip onmiddellijk stoppen.
M Mijn schip ligt gestopt en maakt geen vaart door het water.
N Nee. Het antwoord is ontkennend.
O Man overboord.
P In de haven: alle opvarenden moeten aan boord komen.
Op zee, door vissers: mijn netten zijn vastgeraakt aan een obstakel.
Q Mijn schip is gezond en ik verzoek practica.
R (In de codebetekenis is deze vlag vervallen.)
S Ik sla achteruit.
T Houdt vrij van mij, ik ben bezig met de spanvisserij.
U U stuurt een gevaarlijke koers.
V Ik heb hulp nodig.
W Ik heb medische hulp nodig.
X Let op seinen van mij.
Y Ik sleep mijn anker over de grond.
Z Ik heb een sleepboot nodig. Bij vissers: ik ben bezig netten uit te zetten.

Vlaggelijn
Valwaarmee een vlag wordt gehesen en gestreken.

Vlaggebrief
Nationaliteitsbewijs. Vaak ten onrechte beschouwd als civielrechtelijk eigendomsbewijs.

Vlag in sjouw
Natievlag met een knoop erin, als noodsignaal. Zie Sjouwerman.

Vlag
(1) Nationaliteitsvlag, redersvlag of seinvlag. (2) Windvaan boven in de mast.

Vlaamse pleit
Vrachtschip dat voornamelijk op Engeland voer. Had twee masten, een boegspriet, bramra`s, grote steng, bezaanssteng en gaffels. Voerde een grootzeil, bezaan, topzeil, bramzeil, stagfok, kluiffok, jager, breefok en boven- en onder lijzeilen. Het boord werd soms verhoogd met zeddelboorden.

VMG-max
Elektronische-navigatieterm. Hiermee wordt de optimale VMG bedoeld.

VMG
Elektronische-navigatieterm. Velocity Made Good. De snelheid waarmee we op een kruiskoers het doel naderen. De component van de bootsnelheid recht tegen de wind in of pal voor de wind.

VNS
Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij. Samenwerkingsverband van acht bestaande rederijen, opgericht in 1920.

VNSI
Vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie. Zie ook Scheepsbouw.

Volksboot
Scandinavisch zeiljacht met uitstekende vaareigenschappen. Kan zeer hoog aan de wind varen. L.O.A. 7,64 m., zeiloppervlak 24 m² tot 29 m².

Volkerak 46
Stalen zeiljacht. L.O.A. 14 m., zeiloppervlak 111,50 m².

Volkerak 42
Stalen zeiljacht. L.O.A. 12,50 m., zeiloppervlak 85 m².

Volharding
Oefening aan het eind van de opleiding, waarbij 24 uur met volle bepakking afwisselend wordt geroeid en gemarcheerd. Zie ook Nooitgedacht.

Volhouden
Zo zeilen dat de zeilen goed gevuld blijven.

Volgstroom
Meelopende stroom als gevolg van de achter het varende schip ontstane kuil.

Volgboot
(1) Ook: bijboot. Kleine roeijol om van en naar de grote boot te varen. (2) Boot die tijdens een roeiwedstrijd een ploeg volgt en waarop zich onder andere de kamprechter bevindt. (3) Boot die een zwemmer bij het lange-afstandszwemmen volgt.

Volendammer kwak
Groot soort botter, 14 tot 16 meter lang, met heel weinig zeeg. Het zeiloppervlak (zonder breefok) was ± 120 m².

Volbloedkotter
Zie Kotterzeil

Volbrassen
De brassen aanhalen om de zeilen vol te laten staan.

Voldekschip
(1) Schip met één of meer over de hele lengte doorlopende dekken. (2) Schip waarvan de verbanddelen aan de hoogste eisen van het classificatiebureau voldoen en dat dieper dan enige andere klasse kan worden beladen. Zie ook Lloyd`s Register of Shipping.

Vol en zoet
Vlaardingse uitdrukking uit de zeilloggertijd. Bij binnenkomst werd geïnformeerd naar de vangst en of alles wel aan boord was. Bij een volle lading haring en gezonde bemanning antwoordde de schipper dan: `Vol en zoet.`

Vol en bij
Bij de wind. varend monument

Voith-Schneiderschroef
Cycloïdeschroef.

Voettouw
Buiketouw

Voetra
Onderra. Rondhout aan de onderkant van een logger- of razeil. Ook boom langs het onderlijk van een fok.

Voetpaard
Paard

Voetlijk
Onderlijk. Onderste rand van een zeil. Het voetlijk van een grootzeil wordt aan de giek bevestigd.

Voetlijst
(1) Opstaand randje langs het gangboord dat voorkomt dat men met zijn voeten onder de zeereling door glijdt. Tegenwoordig veelal een profiel van lichtmetaal, voorzien van een groot aantal ogen waaraan blokken en dergelijke kunnen worden vastgezet. (2) Langsscheepse latjes in de stuurkuip, die steun geven aan de stuurman.

Voetblok
Blok, doorgaans enkelschijfs, dat aan dek is bevestigd en dient om een val of schoot te geleiden.

Voetbanden
Met neopreen beklede banden die op de zeilplank zijn gemonteerd om de surfer vaster op de plank te laten staan.

Voet
Oude lengtemaat (30,5 centimeter).

Voelhoorn
Spier voor het schild onder de kluiverboom, voorzien van lippen om de kluiver en buitenkluivergei in te leggen. Dient om de kluiverboom zijwaarts te spreiden.

VOC-schip
Verzamelnaam voor schepen die in de 17e en 18e eeuw werden gebruikt door de Verenigde Oostindische Compagnie, of replica`s daarvan.

VOC
Verenigde Oostindische Compagnie, in 1602 opgericht door de Staten-Generaal. Ook andere landen, zoals Denemarken (sinds 1729), Engeland (sinds 1600) en Frankrijk (sinds 1664) hadden Oostindische compagnieën.

VQ
Ook: very quick flash light. Aanduiding op de zeekaart die betekent dat het hier gaat om een lichtsignaal dat 80 tot 159 keer per minuut opflitst. Zie ook F, FL, Iso, Mo(K), Oc en VQ.

Vrouwen aan boord
Dat bracht ongeluk. Veel zeelui maakten rechtsomkeert wanneer zij vernamen dat er een vrouw of een geestelijke aan boord was. In de haven of aan de wal, dat was iets anders, daar speelden deze bezwaren niet. Uit een oud scheepsjournaal: `Wij hadden van de Spangiaerts twee Moorsche slavinnen gekocht, maar de maats hebben so wilt metse gespeelt datse in een week gesturreve zijn.`

Vrondel
Vooronder; logies voor het volk.

Vrijzetten
Iets overboord gooien, aan Gerrit offeren. `Henkie, wil jij die aardappelschillen even vrijzetten?` Zie ook Muur.

VRM
Ook: EVRM. Variabele afstandsring; onderdeel van de radar.

Vrijheid
Mooi zeiljachtje, gaffel- of torengetuigd, met scherpe voorsteven en ruime zeeg. L.O.A. 5,40 m., breedte 1,»5 m., zeiloppervlak 12 m² (met genua 14,20 m²).

Vrijhaven
Gebied dat voor grensrechten als buitenlands grondgebied wordt beschouwd, zodat de douaneformaliteiten pas vervuld hoeven te worden als de bestemming van de goederen vaststaat.

Vrije opstijging
Noodopstijging naar de oppervlakte. De duiker moet de hele weg omhoog blijven uitademen.

Vrijboord
De verticale afstand van het wateroppervlak tot de snijlijn van hoofddek en scheepshuid, midscheeps gemeten, ofwel het deel van de romp dat boven water uitsteekt als het schip rechtop ligt.

Vrijboorddek
Dek van waaruit de uitwatering wordt gemeten, doorgaans het bovendek.

Vrijbuiterklasse
Klasse van zeiljachten met een maximum zeiloppervlak van 15 m², zonder bepaalde formule.