Lloyd`s of London
Verzekeringsmaatschappij voortgekomen uit het in 1688 opgerichte Lloyd`s. De maatschappij staat er slecht voor, want zij heeft in de afgelopen vijf jaar 22,3 miljard gulden verlies geleden. Daar moeten de Names persoonlijk voor opdraaien, maar die kunnen of willen dat niet.
Lloyd
Naam van de eigenaar van een Londens koffiehuis, waar in de 17e en 18e eeuw de reders, makelaars en verzekeraars uit de stad bijeenkwamen. In 1688 richtten zij een vereniging op die zij Lloyd`s noemden.
Llyr
Ook: Lir. Keltische god van de zee en meester van alle kunsten.
LLWS
Laag-laagwater-spring.
LMT
Local Mean Time. Plaatselijke gemiddelde tijd.
Loggaten
Gaten in de wrangen waardoor het water zich op het laagste punt van de boot kan verzamelen.
Loggen
Met een logde vaart van het schip bepalen.
Logger
(1) Schip voor de haringvisserij, dat vervangen is door de trawler. Een logger viste met de vleet aan een lijn over een kluis aan de boeg. (2) Zeillogger. Snel kustvaartuig uit de 18e eeuw, met steile stevens, een gestrekte romp en een één-, twee- of driemasttuig met loggerzeil. In de 19e eeuw werd het schip gebruikt voor de drijfnetvisserij, als vervanger van de bom. De laatste zeillogger verdween in 1930. Wordt thans weer gebouwd. L.O.A. 16 m., zeiloppervlak 157 m². (3) `Een logger hebben` = Als schipper varen.
Loggerbom
Bomwaaronder men een kiel heeft gebouwd.
Loggerwant
Netwerk van de haringvisserij op de Noordzee (zgn. vleetnetten).
Logboek
Scheepsjournaal. Dagboek waarin de waarnemingen, windrichting, plaatsbepaling en de wederwaardigheden van het schip worden vermeld. Ook duikers houden een logboek bij.
Log
Instrument om de snelheid van een vaartuig te meten, of de verheid (de afgelegde weg), of beide. De meest eenvoudige vorm is de handlog, die uit een logschuitje, een logrol en een logglaasje bestaat. Een druklog meet de dynamische druk onder het schip. Een elektrische log meet de veranderde inductiespanning door middel van twee gevers aan de huid van een schip. Zie ook Patentlog.
Loeverman
Het vaartuig dat bij de wonderkuilvisserij te loevert ligt.
Loevert
Te loevert
Loeven
Oploeven
Loerd
Meelgerecht, `Jan-in-de-zak`.
Loefzijde
De naar de windrichting toe gekeerde zijde.
Loefwaarts
Van het uitgangspunt af meer naar loef, tegen de wind in.
Loefwal
De wal waar de wind vandaan komt.
Loef
Kant waar de wind vandaan komt.
Loefbalk
Maststut.
Loefduel
Zo ver doorgaan met oploeven dat de wind haast aan lij het zeil binnenkomt en de tegenstander wordt gedwongen om overstag te gaan.
Loefgierig
Wreed. Een zeilboot is loefgierig wanneer zij de neiging heeft om met de kop in de wind te draaien; om de boot op koers te houden moet men de helmstok dan naar de loefzijde houden.
Lodicator
Instrument waarmee de spanningen in een schip worden gemeten.
Loden
Het meten van de waterdiepte door middel van een lood met loodlijn, een echolood of iets dergelijks.
Loddevisserij
Visserij met hoekwant op voorjaarskabeljauw in Finland.
Lock
Sluis
Loch
Schots meer. Meestal zeer diep en zeer koud, ook `s zomers.
Local Hour Angle
(LHA) De hoek tussen de meridiaan waarop de aardse projectie ligt en de meridiaan waarop de aangenomen waarnemer zich bevindt.
Loblolly boy
Hulpje van de scheepsarts.
LP-maat
Zeilmakersterm. De loodlijn vanaf de schoothoek op het voorstag. Zie ook P-maat, J-maat, I-maat en E-maat.
Lusitania
Britse stoomboot van de Cunard Line die op 7 mei 1915 voor de kust van Ierland de grond werd ingeboord door een Duitse onderzeeër. 1198 opvarenden kwamen daarbij om het leven.
Lummelpot
Ook: vrouwtje. Pot aan de mast waarin de lummel draaien kan. Zie ook afb. 31.
Lummel
Ook: mannetje. Draaibare verbinding van de giek of laadboom aan de mast. Bestaat uit een lummelbout aan de giek of laadboom en een lummeloog of lummelpot aan de mast. Bij een scharnierende verbinding is de hiel van de laadboom gevat in een vork, die met een horizontale bout aan een verticale spil vastzit: de eigenlijke lummel. De horizontale bout maakt het mogelijk dat de lummel op en neer beweegt, het zogenaamde `toppen`. Op de lummel zelf kan de laadboom van de ene kant naar de andere zwaaien. Zie ook afb. 31.
Lulijzer
Ook: lultalie. Microfoon van een radiozendontvanger.
Luizenhuis
Ministerie van Defensie.
Luizenplecht
Lager gelegen dek op de voorplecht van een VOC-schip, waar je buiten het gezichtsveld van de officieren bent. De term `luizenbaantje` is hiervan afkomstig.
Luiwagen
(1) Dwarsscheepse steun van de lange helmstok van een tjalk. (2) Overloop van de grootschoot en de fokkeschoot. (3) Soort bezem voor het natte werk.
Luitenant-ter-zee
Laagste officiersrang bij de marine. In Nederland kennen we de 1e t-m de 3e klasse.
Luitenant-admiraal
In de praktijk in Nederland de hoogste officiersrang bij de marine.
Luisterwacht
Taak van de radio-officier.
Luilijn
Lawerlijn
Luikhoofd
Hoge opstaande rand van een dekluik.
Luik
Opening in het dek of in een dwarsschot. De luiken die het dek afsluiten moeten, wanneer zij van hout zijn, ten minste »0 millimeter dik zijn. Zij rusten op verschuifbare luikbalken, die dwarsscheeps in de luikopening zijn aangebracht. Zie ook Patentluiken, Presenning en Schalken.
Luie loper
Schip dat weinig snelheid ontwikkelt vergeleken met schepen van zijn soort. `Het is een luie loper; die kof is niet vooruit te branden.`
Luiemanshandgreep
Handgreep boven een steile trap.
Luierbalk
Pennebank om de helmstok op vast te zetten.
Lui hout
Niet goed gebogen of gekromd hout.
Luchtverdeelkast
Ook: buikorgel. Accordeon.
Luchtsluis
Luchtdichte sluis met dubbele deuren, bijvoorbeeld in de schacht van een caisson, die zo ongeveer op dezelfde manier werkt als een schutsluis bij schepen.
Luchtkussenvoertuig
Ook: Hovercraft. Voertuig dat zich enigszins boven water, ijs, moeras en tamelijk vlakke vaste grond snel kan voortbewegen, door een luchtlaag tussen de bodem en het oppervlak te persen.
Luchtfles
Duikfles
Luchtdruk
Werkt als een omgekeerde barometer: hoge druk verlaagt het zeeniveau, terwijl een drukverlaging een niveaustijging veroorzaakt.
Lubber
(1) Onbevaren matroos. (2) Landrot.
Luxe motor
Klassiek motorschip met zogenaamde `luxe roef` achter de stuurhut. Zie ook afb. 32.
Lutine
Door de Engelsen buitgemaakt Frans fregat dat in de nacht van 9 op 10 oktober 1799 met een lading goud en zilver voor Hamburg verging tussen Vlieland en Terschelling. Alle driehonderd opvarenden kwamen daarbij om. Sindsdien hebben velen getracht het goud boven water te krijgen. De schat is echter onbereikbaar geworden omdat de Lutine steeds verder in de zeebodem is weggezakt. De kanonnen aan de Willem Barentzkade op West-Terschelling zijn van de Lutine afkomstig.
Daar lag nu `t schone schip
Geslingerd door de baren
Met goud en goed belaân
Is `t schone schip vergaan.
LVBZB
Landelijke Vereniging tot Behoud van het Zeilend BedrijfsvaartuigBehoudsorganisatie die in 1974 is opgericht.
LWL
Lengte waterlijn. De lengte van de waterlijn van voorsteven tot achterschip.
LW
Laag water.
Lying a`hull
Kaal liggen. M
Lyfting
Verhoging van het voor- en achterdek van een vikingschip.
L.O.A
Lengte over alles.
L-serie
De 8 schepen van de Amsterdamse rederij Spliethoff waarvan de naam begint met een L: Lauriergracht, Leliegracht, Lemmergracht, Levantgracht, Lindengracht, Looiersgracht, Lootsgracht en Lynbaansgracht. Zie ook A-serie, B-serie, E-serie, H-serie, K-serie, en P-serie.
Mailboot
Groot schip dat behalve passagiers ook de post tussen de continenten vervoerde. Zie ook Sint Helena.
Maiden Voyage, Maiden Trip
Eerste reis van een schip na de overname van de werf door de rederij-eigenaar.
Mahovna
Turkse havenpraam met boegspriet.
Magnetische koers
Door de variatie in rekening te brengen veranderen wij de ware koers in magnetische koers. Zie Kompaskoers, Deviatie en Miswijzing.
Magazijn der Marine
`s Lands Zeemagazijn.
Magazijnmeester
Victualiemeester.
Maestro 35
Solide, goed afgewerkt polyester zeiljacht, met slaapaccommodatie voor 4 personen. L.O.A. 10,75 m., zeiloppervlak 75,20 m².
Mae West
Zo noemden de piloten van de RAF vroeger hun zwemvesten, vanwege de buitengewoon sterke dubbele bolling aan de voorkant. (Because it bulges in the right places.)
Maëlström
Maalstroom. Sterke getijstroom bij het Noorse eiland Moskenesöy in de Lofoten, die gevaarlijk kan zijn voor de scheepvaart.
Mackerel breeze
Ook: mackerel gale. Krachtige bries (goed voor de makreelvangst).
Machinist
Werktuigkundige in de rang van officier die de machines op schepen bedient en onderhoudt. Wij onderscheiden hoofdboordwerktuigkundigen (HWTK), boordwerktuigkundigen (WTK) en assistent-boordwerktuigkundigen; informeel ook eerste meester, tweede meester enzovoort.
Machinetelegraaf
Telegraaf.
Machinejournaal
Journaal waarin de werking van de scheepsmachine en wat daarop betrekking heeft (brandstofverbruik enz.) wordt opgetekend.
MacGruer-spier
Holle spier, gemaakt van platte planken, die in de breedte sterk gebogen worden. Bestaat uit twee of meer van dergelijke gebogen lagen, die op elkaar zijn gelijmd.
Maatvis
Vis die (net) de wettelijk voorgeschreven minimummaat haalt.
Maatschapvisser
Visser die met anderen in maatschap zijn bedrijf uitoefent.
Maatjesharing
Jonge haring, waarvan de hom of kuit nog niet ontwikkeld is, hetgeen de smaak van deze speciale Hollandse nieuwe ten goede komt.
Maat
Lichtmatroos aan boord van een zeilend passagiersschip. De BBZ organiseert speciale matencursussen van twee maanden, voor mensen die als maat aan boord van een charterschip willen gaan varen. Ook beschikt men over een vacaturebank voor mensen die werk zoeken als schipper, stuurman of maat.
Maasdam
Modern cruiseschip van de HAL. Biedt plaats aan zo`n tweeduizend opvarenden (passagiers en bemanningsleden). Zie ook Statendam.
Maassluis` platje
Platboomd vissersvaartuig; lijkt wel wat op een Lemsteraak. Zie afb. 33.
Maandgage
Gage
Maandgeld
Maandelijkse soldij van krijgs- of scheepsvolk.
Maandbrief
Ook: maandcedel. (1) Document waarin de schepeling de reder opdraagt een gedeelte van de gage op één of meerdere bankrekeningen te storten. (2) Het gedeelte van de gage dat via de reder op een andere rekening wordt gestort, bijvoorbeeld de lopende rekening van het gezin van de zeeman. `Hoeveel is jouw maandbrief? Zo, dan spaar je aardig.` `Welnee joh, mijn vrouw heeft een gat in haar hand.`
Maalstroom
Draaikolk of opeenvolging van draaikolken, veroorzaakt door twee tegen elkaar inlopende (zee)stromen. Oorspronkelijk werd hiermee de draaiende stroom voor de Noorse kust bedoeld, waarvan men veronderstelde dat hij alle schepen die te dichtbij kwamen opslorpte. Zie ook Maëlström.
Maalnet
Schepnet met rechte steel.
MCVN
Motor Chartervaart Nederland.
Merklijn
Denkbeeldige lijn, getrokken tussen twee achter elkaar op de wal geplaatste bakens. Zie ook Geleidebakens.
Merkel
(1) Gootvormige dwarsscheepse steun van de luiken. (2) Steunklos voor de hooslanen.
Meridiaan
Lengtecirkel. Elke halve cirkel op de aardbol die de polen met elkaar verbindt, waarbij de Greenwichmeridiaan als nulpunt dient. Zie ook Breedtecirkel, Lengte en Parallel.
Merenpoort 970
Degelijk stalen familiezeiljacht, met goede vaareigenschappen. L.O.A. 9,70 m., zeiloppervlak 34 m².
Merenpoort 880
Degelijk kajuitjacht, geschikt voor alle wateren, met slaapaccommodatie voor vier personen. L.O.A. 8,80 m., zeiloppervlak 29 m².
Merchant navy
In Amerika merchant marineKoopvaardij.
Mercatorprojectie
Cartografische afbeelding waarbij de lengte- en breedtegraden als rechte lijnen zijn afgebeeld. In 1569 ontwikkeld door de Vlaamse cartograaf Gerard Mercator (Gerard Kremer).
Memoriaal
(1) Aantekenboek met werkzaamheden en bijzonderheden. (2) Takenboek voor adelborsten en jonge officieren.
Meltemi
Constante noordelijke wind in de Egeïsche Zee, die met name in juli en augustus heerst.
Melkschouw
Houten of ijzeren schouw van 4.50 tot 5.50 m. lang. Melkschouwen werden `s zomers door boeren gebruikt om naar de koeien te gaan en deze te melken. Behalve voor de melker moest er ook plaats zijn voor een stuk of zes melkbussen en ander melkgereedschap.
Melges 24
Ook: M24. Perfecte halfopen wedstrijdzeilboot, trailerbaar. Voert grootzeil, twee gennakers en high-aspect fok. L.O.A. 7,32 m., breedte 2,50 m. Zeiloppervlak grootzeil 23,60 m², fok 11,70 m², gennakers 61,87 m².