De taal op het water

NACRA
(1) North American Catamaran Racing Association. (2) Open, symmetrische catamaran met stompe neuzen, steekzwaard en lange waterlijn. Minder geschikt voor brandingzeilen. Zie ook Nacra 4.5.

Nachttoek
Hoekwantdat een nacht in zee blijft staan. Zie afb. 22.

Nachtschutter
Persoon die `s nachts de sluis bedient.

Nachtkijker
Kleine verrekijker voor `s nachts.

Nachthuis
Doorgaans koperen huis voor het inzetten van het kompas, voorzien van verlichting voor de nacht.

Nachtglas
Glas in de kap van het nachthuis, waardoor men het kompas kan zien.

Nachteveningspunt
Zie Ecliptica

Naam van het schip
Een klein schip mag krachtens het BPR niet deelnemen aan de scheepvaart als hierop niet de naam van het schip is aangebracht. Een schip niet zijnde een klein schip mag niet deelnemen aan de scheepvaart, tenzij op de romp zijn aangebracht de naam van het schip, alsmede op de achterzijde de thuishaven van het schip.

Naam en woonplaats van de eigenaar
Dient volgens het BPR te zijn aangebracht op een in het oog vallende plaats aan de binnen- of buitenzijde van alle kleine schepen, met uitzondering van door spierkracht voortbewogen boten, zeilplanken en zeilboten met een lengte van minder dan 7 meter. Deze verplichting is van belang om de eigenaar van een onbemande boot te kunnen opsporen.

Naald
(1) Strook hout die soms tussen het rahout en de zitgang aangebracht wordt. (2) Kompasnaald.

Naakt
Niet geheel (of net niet helemaal) correct gekleed. `Je bent naakt, matroos!`

Naaiing
Verbinding tussen twee touwen of tussen een touw en een zeil, door middel van garen, touw of lijn. `De leuvers worden met naaiings vastgemaakt aan het voorlijk van het zeil.`

Naaiblok
Stengewantblok

Naadpresenning
Zie Presenning(2).

Naadspant
Ook: naadlijst. Langsspant over de naad van twee huidplanken.

Naadspantbouw
Bouw met tegen elkaar passende huidplanken, waarvan de naden van binnen met latten zijn afgedekt.

Naadhaak
Haak waarmee het werk uit de naden wordt gehaald.

Naadlijst
Ook: naadspant. Langsscheepse lat die twee huidplanken met elkaar verbindt.

NBCD
Nucleair-Biologisch-Chemisch en Damage control.

NCS
Network Coordinating System . Kuststation dat het radiotelefonieverkeer in een van de vier Inmarsat-regio`s coördineert.

NC-vlaggesein
Dit signaal, bestaande uit de seinvlaggen N en C, betekent: `Ik ben in nood en verlang onmiddellijk hulp.

NDM
Nederlandse Dok Maatschappij N.V.

NDC
Nationaal Duikcentrum. Gevestigd te Delft.

NDSM
Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij.

Nes
(1) Ook: nisse. Landtong aan scherpe bochten van rivieren of aan zee. Komt voor in sommige plaatsnamen: Nes, Wijdenes, Pernis, Renesse, Bruinisse enz.

Nering
(1) Walvis- of haringvangst. (2) Plaats waar deze visserij wordt uitgeoefend.

Nereïde
Zeenimf.

Neptunusfeest
Inwijdingsfeest waarbij opvarenden die voor het eerst de evenaar passeren door `Neptunus en zijn gevolg` worden gedoopt. Vroeger werd van deze gelegenheid gebruik gemaakt om van baar (2) te veranderen in ouwejongen. Dat gebeurde door het slachtoffer in te smeren met koolteer en zeep en hem kaal te scheren. Vervolgens werd hij vaak geblinddoekt in een grote kuip met zeewater gesmeten (om hem eventjes te laten denken dat hij overboord werd gegooid) en genadeloos afgeschrobd door Neptunus` lijfwachten, die dan zongen:
hem,
Pijnig hem en sla hem,
En laat hem niet gaan.
Zodra het slachtoffer had gezworen dat hij in de toekomst hetzelfde ritueel bij andere baren zou toepassen, kreeg hij een doopcertificaat en de rang van ouwejongen.

Neptunuspost
Flessenpost.

Neptunus 156
Snel polyester motorjacht met veel comfort en vier tot zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 16,60 m., breedte 4,75 m., diepgang 1,35 m. Hofmeijer)

Neptunus
Romeinse god van de zee. Zie ook Poseidon.

Neptune
Veerboot die op 17 februari 1993 kapseisde voor de kust van Port-au-Prince, Haïti. Meer dan vijfhonderd opvarenden verloren daarbij het leven.

Neopreen
Met veel luchtcellen gevuld soort rubber; wordt gebruikt voor duikpakken, wetsuits en dergelijke. Eenzijdig gevoerde (unlined) neopreen is warmer, maar beschadigt gemakkelijker.

Neming
Verbeurdverklaring van schepen en scheepsladingen in oorlogstijd.

Nemedri
Afkorting van Northern European and Mediterranean Routeing Instructions. In dit boek, uitgegeven door de Britse Admiraliteit, staan alle gebieden waarin zich nog altijd zeemijnen bevinden, alsmede aanbevolen routes.

Nekton
Organismen die sterk genoeg zijn om te zwemmen waarheen ze willen, in tegenstelling tot plankton.

Nehallenia
Griekse godin van de vruchtbaarheid en de scheepvaart, beschermvrouwe van de zeelieden. Wordt vaak afgebeeld met een roeiriem.

Negenoog
Prik

Negatieve zeeg
Katterug. Zie Zeeg.

Neg
De zelfkant van een zeil.

Neêrrewerdan
Voor-de-wind zeilen.

Neerhouder
Wipschoot. Touw of draad dat vanaf de onderkant van de mast schuin omhoog naar de giek loopt en voorkomt dat het eind hiervan door de wind omhoog wordt geblazen. Ook `kicking strap` of `vang` genoemd.

Neerboord
Eerste huidgang boven de kim.

Neergaan
Dwars wegdrijven, verlijeren.

Neerhaler
(1) Touw gebruikt om een rondhout of langsscheeps zeil naar beneden te halen of te houden. (2) . Verbinding van mastvoet en zeilen, waarmee het voorlijk kan worden gestrekt.

Neer
Plaatselijk teruglopende stroom, bijvoorbeeld bij een pier of in een baai.

Nederlander
Dit was het eerste stoomschip van de Nederlandse Stoomboot Maatschappij. Het liep in 1823 van stapel op de scheepswerf van Hoogendijk in Capelle aan de IJssel.

Neb
Bovenarm van een knie, die tegen een balk komt.

Neap tide
Doodtij.

NFDO
Nederlandse Flying Dutchman Organisatie.

NIT
N.V. Nederlandsch-Indische Tank Stoombootmaatschappij.

Nisse
Zie Nes

NIOZ
Nederlands Instituut voor het Onderzoek der Zee.

Nioulargue regatta
Serie zeilwedstrijden met klassieke zeilschepen, die elk jaar eind september, begin oktober bij Saint Tropez worden georganiseerd. Men strijdt om de Trophée Louis Vuitton Tradition.

Nino, Pedro Alonzo
Hij was op Columbus` eerste reis stuurman op de Niña. Niets bijzonders, ware het niet dat hij wordt vermeld op de lijst van beroemde zwarte Amerikanen.

Niña
Een van de drie karvelen waarmee Columbus zijn eerste tocht naar Amerika volbracht. Het schip was zo`n 15 meter lang en had een waterverplaatsing van ongeveer 40 ton. De kapitein was Francisco Martín Pinzón. Zie ook Santa Maria en Pinto.

NIMOS
Nederlands Instituut voor Meteorologische Opleiding en Scholing.

Nijlmeter
In het oude Egypte een put met peilschaal om de overstromingen van de Nijl te meten, om zo de hoogte van de belastingen te kunnen vaststellen.

Niitaka
Japans cruiseschip dat op 2augustus 1922 tijdens een storm zonk voor de kust van Kamtsjatka. 300 opvarenden kwamen daarbij om.

Nigoco
Van Nievelt, Goudriaan & Co Stoomvaart Maatschappij N.V.

Nienke II
Zie Nienke IL.O.A. 10,50 m.

Nienke III
Zie Nienke I. L.O.A. 10,75 m.

Nienke I
Zeer degelijke stalen zeilkruiser met groot- en bezaansmast, speciaal ontworpen voor het Wad en de kustwateren. Kan gerust droog komen te vallen. L.O.A. 9,50 m.

Nixe
Boosaardige vrouwelijke watergeest uit de Germaanse mythologie, die jonge mensen tot zich lokt en laat verdrinken. Zie ook Lorelei en Sirene.

Njord
Oudnoorse god van de scheepvaart.

NKB
Nederlandse Kanobond.

NLW
Normaal laagwater.

NMEA
National Marine Electronics Associations. Vereniging van fabrikanten van elektronische navigatie-apparatuur.

NNSS
US Navy Navigation Satellite SystemSatnav.

NNWB
Noord-Nederlandse Watersport Bond.

Noorderlicht
Ook: aurora borealis. Prachtig lichtverschijnsel dat men in de buurt van de noordpool kan waarnemen. Wordt veroorzaakt door elektrische ontladingen bij lage luchtdruk.

Noorderbreedte
Afstand in graden van een plaats ten noorden van de evenaar.

Noordequatoriaalstroom
Stroom die het hele jaar door vrij ver ten noorden van de equator loopt en in het westen naar het noorden ombuigt. Zie ook Koero Sjiwo.

Noordelijke IJszee
Arctische Zee. Zeegebied rond de noordpool, randzee van de Atlantische Oceaan. Meer dan 80% is het hele jaar door met ijs bedekt.

Nooitgedacht
(1) Gerecht van kapucijners met boterhamworst, nasikruiden en -groenten. (2) Oefening aan het eind van de eerste opleiding, waarbij 1uur achter elkaar afwisselend wordt geroeid en gemarcheerd.

Noord Hinder
Lichtschip dat in maart 1994 is vervangen door een ordinaire, karakterloze bolvormige lichtboei.

Noodverkeer
Radiotelefonieterm. Niet te verwarren met spoed- en veiligheidsverkeer. Mag slechts worden gebruikt wanneer een schip, luchtvaartuig of enig ander vervoermiddel wordt bedreigd door een ernstig en dreigend gevaar, en er dringend hulp nodig is. Bij noodverkeer bezigt men het noodsein MAYDAY.

Noodtekens
Volgens het BPR mag een in nood verkerend schip dat hulp wil inroepen tonen:
– hetzij: overdag een vlag of ieder ander geschikt voorwerp waarmee in het rond wordt gezwaaid en `s nachts een licht waarmee in het rond wordt gezwaaid;
– hetzij: vuurpijlen, lichtkogels, parachutelichten of rookbommen dan wel vlammen;
– hetzij: een vlag met daarboven of daaronder een bol of een daarop gelijkend voorwerp.
Noch voor de vlag noch voor het licht zijn een kleur voorgeschreven. Zie ook Fakkels, vuurpijlen en rooksignalen.

Noodstuurinrichting
Inrichting gemaakt om bij het defect raken van het stuurgerei toch nog te kunnen sturen.

Noodsignaal
(1) S.O.Ssignaal, gevormd door driemaal kort, driemaal lang en driemaal kort. (2) Stakellicht. Zie ook Noodtekens.

Noodoproep
Thans nog op kanaal 1van de marifoon. Dit wordt in de toekomst kanaal 13 en kanaal 70. Zie ook ATIS, DSC en Noodverkeer.

Noodkrachtbron
Dient op elk schip aanwezig te zijn. Zo niet als een onafhankelijke generator, dan toch als een systeem van accu`s.

Nonnetjeshemd
Zwaar zeildoek voor zwaar weer. Bij licht weer kunnen de opgelapte zeilen worden gebruikt.

Nonius
Micrometer van een hoekmeetinstrument.

Nommer
Hommer

Nokkeval
Piekeval

Nokken
(1) De zeilen met de nokbindsels vastmaken. (2) Rubber dopjes aan de zijkant van het zwaard, die voorkomen dat het zwaard in de kast speling heeft.

Nokhoek
Bovenachterhoek van een gaffelzeil.

Nokgording
Touw dat dient om de staande lijken langs de ra te halen.

Nokbindsel
Eindje touw ter verbinding van de schoothoorn van het grootzeil op de giek, of de nok aan de nok van de gaffel.

Nok
(1) Uiteinde van een ra, giek, gaffel, laadboom of ander niet-rechtopstaand rondhout. (2) Bovenhoek van een zeil.

Noach
Bijbelse figuur die volgens de overlevering een ark bouwde, waarin hij zijn gezin en één paar van elke diersoort aan boord nam. Toen de wereld door de grote vloed werd overspoeld, bleven Noach en de zijnen gespaard.

NOAA
US National Oceanic and Atmospheric Administration.

No-go area
Gebied waar niet mag worden gepassagierd. Vroeger veel in Oostbloklanden; tegenwoordig soms in oorlogsgebieden of in stadswijken met extreem hoge criminaliteit.

No cure, no pay
Geen betaling als het afgesproken gewenste resultaat uitblijft. Onder andere een clausule in contracten betreffende het lichten of bergen van schepen. Zie ook Lloyd`s Open Form.

NRVM
Nationaal Register Varende Monumenten. Opgericht te Gouda, op 22 juni 1995, tijdens het symposium `Behoud Varende Monumenten: beleid gevraagd`. Daarbij werd de klipperaak Goede Verwachting namens de staatssecretaris van Cultuur als eerste varende monument ingeschreven.

NRT
Netto-registerton.

NSTC
Netherlands`s Shipping and Trading Committee.

NSMO
Nederlandsche Stoomvaart Maatschappij `Oceaan`.

NSHC
Nederlandse Scheepvaart & Handelscommissie, Londen.