Suction eddy
Erg gevaarlijke draaikolk, vaak voorkomend voor sluisdeuren.
Subalterne officieren
Alle luitenanten-ter-zee (LTZ1 t-m LTZ3), alsmede majoor, kapitein, eerste luitenant en tweede luitenant der mariniers.
Sub
Onderzeeër.
Suatiesluis
Uitwateringssluis.
SVBSNW
Radiotelefonieterm. Scheepvaart Verkeers Begeleiding Systeem Nieuwe Waterweg.
SWH
Schijnbare windhoek.
Sweeper
Veger; vlak boven stromend water hangende versperring, meestal een boom, die vaarders en-of kano`s vast kan houden.
Sweden Yacht 41
Mooi afgewerkt en ruim polyester zeiljacht, met slaapaccommodatie voor tien personen. L.O.A. 12,50 m., zeiloppervlak 102 m².
Sweden Yacht 370
Polyester zeiljacht met zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 11,15 m., breedte 3,68 m., zeiloppervlak 75 m².
Sweden Yacht 38
Modern en snel polyester wedstrijdzeiljacht, zeer geschikt voor langer verblijf op zee. L.O.A. 11,80 m., zeiloppervlak 90 m².
Sweden Yacht 36
Snel polyester zeiljacht, met slaapaccommodatie voor tien personen. L.O.A. 11 m., zeiloppervlak 80 m².
Sweden Yacht 340
Polyester zeiljacht, versterkt met fiberglas. L.O.A. 10,40 m., zeiloppervlak 72 m².
Swallowtail
Zwaluwstaartvormige spiegel.
Swamp
Volslaan, vollopen met water.
Swan fan Makkum
Grootste varende traditionele zeilschip van Nederland. Deze prachtige brigantijn heeft een lengte van 61 meter, een breedte van 9,20 m. en een zeiloppervlak van 1300 m². De diepgang is 3,54 m. en de masthoogte boven de waterlijn is 44,60 m. De maximumsnelheid van de Swan onder zeil is 15 knopen. Werd tijdens SAIL`95 samen met andere traditionele Nederlandse zeilschepen weggestopt in de Coenhaven. Schande!
Swallow
Tweepersoons kielboot. L.O.A. 7,80 m., zeiloppervlak 18,60 m².
Swabby
Zwabbergast; matroos.
SW
Schijnbare wind.
SWS
Schijnbare windsnelheid.
Synodische getijden
Getijden waarin de twee weken durende cyclus van springtij en doodtij overheersen. Op de Noordzee is sprake van synodische getijden. Zie ook Declinatische getijden en Anomalistische getijden. T
Synergy Racing Syndicate
Zeilteam van Roy Heiner, waarmee hij de Whitbread Round the World Race wilde winnen en in 1999 wilde deelnemen aan de America`s Cup in Auckland, Nieuw Zeeland. Daartoe werd er in Nederland een hoogwaardig en kostbaar zeiljacht ontwikkeld, onder andere door de TU Delft, in samenwerking met Fokker, DSM en AKZO-Nobel.
SY
(1) Afkorting van Steam Yacht. (2) Afkorting van Sailing Yacht.
S.O.S
-signaal. Noodsignaal, gevormd door driemaal kort, driemaal lang en driemaal kort. Vroeger was dit C.Q.D. – Come Quick, Danger. Zie ook Stakellicht.
S-spant
Spantvorm waarbij de overgang tussen romp en kiel zonder scherpe hoek verloopt.
S-band
Korte golf (radio).
Tall ship
Elk van de traditionele zeilende zeekastelen die de oceanen bevaren, zoals clippers, windjammers, schoeners en barken.
Tall Boy
Smal voorzeil dat samen met de spinnaker gevoerd wordt. Heeft als taak de luchtstroming tussen grootzeil en spinnaker te versnellen en mogelijke turbulentie aan lijzijde van de mast tegen te gaan. Zie ook Downwash, Stroombuiseffect en Upwash.
Talhout
Geschild eikehakhout voor de visrokerij.
Talie
Ook `takel` genoemd. Een systeem van blokken en daar doorheen geschoren touwwerk, dat dient om een grotere kracht te kunnen uitoefenen dan de kracht waarmee aan de halende part van het takel wordt getrokken.
Talielat
Halfnageltje
Tal
200 stuks haring.
Takelgaren
Touw, opgebouwd uit twee of drie dunne hennepgarens, dat dient voor takelingen en versieringen.
Takeling
(1) Staand en lopend want. (2) Omwinding. Een takeling wordt met garen zeven keer rondom de tamp van een lijn of tros gespannen. Zij dient om te voorkomen dat de tamp uitrafelt.
Takelen
(1) Het uitrusten van een schip met alle takelage die nodig is voor de vaart. (2) Het strak omwinden van een tamp met zeven slagen takelgaren, om uitrafelen te voorkomen.
Takelage
Tuigage.
Takelage
Het staand en lopend want.
Takel
Talie
Takelaar
Doorgaans een oud-zeeman, die zich verhuurt om schepen op- en af te tuigen.
Taiping
Engelse clipper die in 18»», na een snelheidsrace van 99 dagen, als eerste aanlegde in de haven van Londen. Als winnaar van de theerace gold het schip waarvan de bemanning er als eerste in slaagde een pakje thee op de pier te gooien.
Tail
Het achterste deel van de zeilplank.
Taifoen
Ook: tyfoon. Wervelstorm in de Indische Oceaan.
Tagrijn
Handelaar in (soms tweedehands) scheepsbenodigdheden. Wordt tegenwoordig meestal shipchandler genoemd.
Taflengte
Ook: taf of tafje. Lengte van de met taf bespannen punt van een open roeiboot. `Zij wonnen met een taflengte.` `Het scheelde een tafje.`
Tacticus
Bemanningslid van een zeilwedstrijdjacht, die zoveel mogelijk informatie aan de roerganger geeft en inschat op welke manier de meeste winst te behalen valt. Ook houdt hij rekening met de informatie van de andere bemanningsleden, die via de vallenman tot hem komt. Zie ook Voordekker, Mastman, Genuatrimmers en Grootzeiltrimmer.
Tacking Performance
Elektronische-navigatieterm. Het verschil tussen de behaalde en maximaal haalbare VMG volgens het polaire diagram, uitgedrukt in procenten.
Tacking & Gybing Angles
Elektronische-navigatieterm. De koersen waarbij de VMG aan-de-wind respectievelijk voor-de-wind optimaal is.
Tabernakel
(1) Cilindrische pot aan dek, waarin de mast wordt vastgezet. Het tabernakel is met verticale knieplaten aan het dek vastgezet. Op moderne schepen wordt de mast doorgaans slechts weinig belast, omdat laadgerei veelal ontbreekt. De mast dient hoofdzakelijk om navigatie- en communicatiemiddelen op te bevestigen. (2) Ook: uitwip.
Taatspot
Holte waarin de taats (2) draait.
Taats
(1) Marlspijker. (2) Stalen tap van de verticale as van het roer, waarop het roer steunt en draait. (3) Elk van de pennen waarop een sluisdeur draait.
Taan
Ook: cachou of run. Ontsmettende, conserverende bruingele verfstof, een aftreksel van eikeschors, waarmee visnetten en zeilen werden behandeld.
TCF
Tijdcorrectiefactor, die voor ieder rond- en platbodemjacht wordt berekend.
Terugroepsein
Een sein aan degenen die voor een wedstrijd zijn gestart om mee te delen dat zij niet overeenkomstig de voorschriften
Territoriale wateren
Het gedeelte van de zee dat onmiddellijk aan het landgebied van een staat grenst. Verschilt van land tot land. In de 18e eeuw spitste de jurist Cornelius van Bijnkershoek het internationaal zeerecht toe op het belang van territoriale wateren. De meeste landen namen zijn suggesties over en stelden een driemijlsgrens in. Zie ook Exterritoriale wateren en Zeerecht.
Tern
Driemaster.
Tentdekschip
Scheepstype waarbij op het hoofddek een zeer lichte bovenbouw is geplaatst, waardoor er sprake is van een groot vrijboord.
Tentboot
Surinaamse roeiboot die door zes of acht roeiers wordt voortbewogen en waarin achterin een houten opbouwtje staat.
Teng
Dubbelgedraaid uiteinde van de bocht van het hoekwant.
Tender
(1) Bevoorradingsschip(2) Hulpschip bij een vlootonderdeel. (3) Boot die bemanning, passagiers en bagage van een op de rede of in de haven liggend schip afhaalt, of van de wal aan boord brengt.
Ten anker komen
Voor anker gaan.
Tempest
Tweepersoons kielboot met mooi geveegde kont en Proctormast. L.O.A. 6,71 m., zeiloppervlak 23,11 m².
Telltales
Verklikkers.
Teling
Naam voor de vogel op het roer van een tjotter of een schouw.
Telegraaf
Ook: stuurtelegraaf. Apparaat waarmee de manoeuvreerorders worden overgebracht van het stuurhuis naar de machinekamer. `Hij zette de telegraaf op “Volle kracht vooruit“.`
Tegenspant
Bij staal- of ijzerbouw een hoeklijn ter versterking van een wrang.
Tegen elkaar insturen
Als twee schepen recht tegen elkaar insturen moeten beide naar stuurboord uitwijken, zodat zij elkaar aan bakboord passeren, uitgezonderd het schip dat de stuurboordzijde van het vaarwater houdt. Een klein schip wijkt echter voor een groot schip. Als een klein motorschip en een klein zeilschip recht tegen elkaar insturen, dan moet het motorschip uitwijken. Als twee zeilschepen recht tegen elkaar insturen, wijkt een schip dat over stuurboord zeilt uit voor een schip dat over bakboord zeilt. Als een klein motorschip, een klein zeilschip en een klein door spierkracht voortbewogen schip recht tegen elkaar insturen, moet het motorschip uitwijken voor de andere schepen en het door spierkracht voortbewogen schip uitwijken voor het zeilschip. Zie ook Uitwijken, Voorrang en Wet van Calimero.
Teelt
(1) Het visseizoen. `Na behouwen teelt` = Veilig binnen van de laatste reis. (2) De visvangst.
Te loevert
De fokstaat aan de andere kant dan het grootzeil als de boot voor de wind vaart. Zie ook afb. 44.
Tewaterlating
Het te water laten van een schip, nadat de werkzaamheden op de werf gereed zijn.
TEU
Twenty feet Equivalent Units. Met deze eenheid wordt de laadcapaciteit (het maximale aantal containers van 20 feet) van containerschepen aangegeven. Zie ook Containerschip.
TF
Uitwateringslijnvoor zoet water in de tropen. Zie ook afb. 50.
Thuishaven
De haven waar een schip volgens de registers thuishoort en die doorgaans onder de naam van het schip op de kont staat vermeld. `Wij kwamen in Rio en zagen daar een Hollands kustertje, met op de kont “Eddystone, Groningen“. `
Thranitai
Zie Trireme
Tholense schouw
Zeeuwse schouw.
Thermo-Jacht Sea Swallow
Prachtige, stoere stalen multiknikspant motorsailer, kitsgetuigd, met vijf vaste slaapplaatsen. L.O.A. 11,20 m., breedte 3,75 m., diepgang 1,60 m., zeiloppervlak 73 m².
Theo Tromp-penning
Onderscheiding, uitgereikt door de KZ&RV Hollandia, wegens buitengewone verdiensten voor de wedstrijdzeilsport.
Theewater
Avondeten aan de bak, bestaande uit brood, koffie en toespijs.
Theerace
Zie Taiping
Theeclipper
Clipper
Thames barge
Platboomd vrachtschip uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Zie afb. 46.
Thalamioi
Zie Trireme
Thalassa
Maritiem magazine van de Franse zender TV5.
Thalassocratie
Zeeheerschappij.
Thuisvracht
Retourvracht.
Thuisstoom
Terugreis. `Wij zijn op de thuisstoom.`
Tiras
Sleepnet.
Ting
Teng
Time-sharing
Deeltijdeigenaarschap. Komt ook bij jachten voor.
Time Out 9,5 m
Catamaran met vier vaste slaapplaatsen. L.O.A. 9,50 m., breedte 5,20 m., zeiloppervlak 40 m².
Time charter
Tijdbevrachting. Hierbij wordt een schip voor een bepaalde periode gehuurd. De huurder betaalt de huurprijs, de havenkosten, de loodskosten, de kanaalgelden en de brandstof, terwijl de kosten van bemanning, voeding, onderhoud en verzekering voor rekening van de verhuurder komt.
Tilling
De hoek tussen de scheepsbodem en het horizontale vlak.
Tijn
Vaatje.
Tijman
Man die op de kade tegen betaling de trossen van afmerende schepen opving en om de bolders legde.
Tijhaven
Getijhaven
Tij
Elk van de ongeveer zes uur durende tijdruimten gedurende welke de zee afwisselend opkomt en afloopt.
Tierce
(1) Engelse inhoudsmaat (191 liter). (2) Gewicht voor pekelvlees als scheepsvictualie; 138 of 153 kilo.
Tier
(1) Holte tussen de strengen van een touw. (2) Holte tussen de vaten in het ruim. `Stouw dat vat maar tussen de tier van die twee daar.`
Tide flow
Vloed.
Ticklers
Verklikkers.
Titanic
Brits passagiersschip, destijds het grootste schip ter wereld. White Star-lijnschip, bestempeld als onzinkbaar, gebouwd bij Harland & Wolff in Belfast, dat op zijn eerste reis van Southampton naar New York op 14 april 1912, even voor middernacht, 150 kilometer ten zuiden van de Grand Banks (Newfoundland) op een ijsberg liep en na drie uur zonk. Van de 2206 opvarenden vonden er 1503 de dood. L.O.A. 259,80 meter. 4».329 BRT. Het wrak werd in september 1985 gevonden. In juli 198verrichtte een Amerikaans team een onderzoek, echter zonder iets mee naar boven te nemen. Een jaar later vond er onder leiding van Robert G. Ballard een (omstreden) Franse expeditie plaats, waarbij juwelen, geld en andere waardevolle dingen werden geborgen, die in september 1987 in Parijs werden tentoongesteld. Zie afb. 47.
Tist
Knoop, verwarring.