De taal op het water

Wibo 990
Stabiel en sierlijk stalen zeiljacht. L.O.A. 10,10 m., zeiloppervlak 47 m².

WNA
Uitwateringslijnvoor de Noordelijke Atlantische Oceaan in de winter. Zie ook afb. 50.

Worp
(1) Elk van de zware balken die de uiterste spanten van het achterschip van binnen kruisen. (2) Vier haringen.

Working sails
Zeilen die aan de wind gevoerd worden.

Work
Scherp zeilen.

Woonschepenwet
Wet van 1918, waarvan de bespreking een aardig beeld geeft van de ideeën die men toen over de bewoners van woonschepen had. Woonschepen zijn in vergelijking met krotten `vaak in nog veel erger mate ongeschikt voor bewoning`, hetgeen `in strijd is met de eisen van zedelijkheid en gezondheid`. De bewoners, `geen voldoende middelen van bestaan hebbend, trachten door bedelen in hun onderhoud te voorzien en groeien van geslacht tot geslacht op in een ongebonden, zwervend, bedelend leven, in strijd met de eisen ener welgeordende maatschappij.` (…) `In het belang van de rustige plattelandsbevolking, die niet zelden van de bedelende bewoners der woonschepen hinder en last ondervindt – in het belang vooral van een groot deel van de jeugdige bevolking dezer vaartuigen, moet zo spoedig mogelijk aan deze toestand een einde worden gemaakt.`

Woonboot
Ook: woonark of woonschip. Vaartuig dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning. Soms luxe bungalow op een stalen of betonnen ponton. Een woonboot valt onder de bepalingen in de Wet op Woonwagens en Woonschepen en dient over een registratienummer te beschikken.

Wonderkuil
Zeer groot, door twee botters voortgesleept kuilnet, met nauwe mazen en een zeer wijde mond. Heet zo omdat het erg veel vis vangt. Leidt echter tot doodvissen van het viswater.

Wolf pack
Aanvalseenheid van onderzeeërs.

Woeling
(1) Sjorring om de boegspriet aan de scheg neer te houden. (2) Knie die de scheg aan de voorsteven verbindt.

WOV
Westerschelde Oeververbinding. Toltunnel onder de Westerschelde tussen Terneuzen en Ellewoutsdijk, die de huidige veerdiensten Kruiningen-Perkpolder en Vlissingen-Breskens gaat vervangen. Moet vlak na de eeuwwisseling gereed zijn. Geraamde kosten: 1,7 miljard.

Wrijvingsweerstand
De weerstand veroorzaakt door de wrijving van het water langs het ondergedompelde deel van een scheepsromp en de aanhangsels, wanneer een schip varende is.

Wrikken
Een vaartuig voortbewegen met één riem die aan de spiegel bevestigd is, waarbij met de wrikriem achtjes in het water worden gemaakt.

Wrijfhout
Stootwil

Wreed
(1) Loefgierig. (2) Wordt ook gezegd van een schip dat veel slingert en stampt.

Wrang
Dwarsscheeps verbanddeel onder in een vaartuig.

Wrakdrift
Het drijven van wrakken op zee of over de zeebodem.

Wrakboei
Boei die boven een wrak wordt aangebracht waarboven minder dan 18 meter water staat.

Wrak
Elk onbruikbaar, beschadigd schip dat verlaten op zee drijft, gestrand of gezonken is.

Wraak
(1) Drift(2) Overmatige kielzog. (3) Stuurman.

Wurmentoeken
Vissen met met wormen geaasd hoekwant. Zie afb. 22.

Wulf
Het boven water overhangende deel van de achtersteven van een schip.

Wui
Haspel waarop men schiemansgaren vervaardigt.

WVO
Wet Verontreiniging Oppervlaktewater.

WWS
Ware windsnelheid. Warning: file_get_contents(http://members.lycos.nl/lexicografie-lexx.html) [function.file-get-contents]: failed to open stream: HTTP request failed! HTTP-1.1 404 Not Found in C:Program Filesxampphtdocsgeturls3.php on line 12

WWH
Ware windhoek.

WW
Werkelijke wind.

XTE
Elektronische-navigatieterm. Cross Track Error. De afwijking van de ideale koerslijn tussen twee waypoints. De navigatieontvanger bepaalt of en in hoeverre het schip zich naast de lijn bevindt die op de kaart is vastgesteld.

X 99
Zeer snel en ruim polyester wedstrijdzeiljacht. L.O.A. 10 m., zeiloppervlak 63 m².

X 95
Solide, mooi gelijnd polyester toer- en wedstrijdzeiljacht. L.O.A. 9,25 m., zeiloppervlak 55,20 m².

X 79
Snel polyester toer- en wedstrijdzeiljacht. L.O.A. 7,96 m., zeiloppervlak 39 m².

X 402
Prachtig, met kevlar versterkt polyester wedstrijdzeiljacht, mooi interieur. L.O.A. 12,10 m., zeiloppervlak 90 m².

X 372
Mooi gelijnd en breed polyester wedstrijdzeiljacht. L.O.A. 11,48 m., zeiloppervlak 76 m².

X 362
Uitstekend polyester toer- en wedstrijdzeiljacht, sloepgetuigd, met slaapaccommodatie voor 5 of 7 personen. L.O.A. 11 m., zeiloppervlak 72,75 m².

X 332
Comfortabel polyester rondspant toerwedstrijdzeiljacht met zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 10,31 m., breedte 3,30 m., zeiloppervlak 62,50 m².

X 302
Polyester rondspant toerwedstrijdzeiljacht met zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 9,35 m., breedte 3 m., zeiloppervlak 52,70 m².

X 102
Zeer snel en ruim polyester toer- en wedstrijdzeiljacht, met veel comfort. L.O.A. 10,02 m., zeiloppervlak 66 m².

X 3/4 ton
Zeer snel en degelijk polyester wedstrijdzeiljacht, met veel comfort. L.O.A. 10,06 m., zeiloppervlak 70 m².

X 1 ton
Zeer snel wedstrijdzeiljacht, gemaakt van kevlar en carbon fibres. L.O.A. 12,13 m., zeiloppervlak 112 m².

Yardsticksysteem
Systeem van maatgetallen, dat het wedstrijdzeilen van zeilboten van verschillende klassen mogelijk maakt. Zie ook Handicap en Voorgiftregel.

Yankee
Grote kluiver.

Yachtsmanship
Zeilkunst.

Yachting
Woord afkomstig van het Nederlandse `jacht`, dat oorspronkelijk `klein, snelzeilend schip` betekende. Karel II liet halverwege de zeventiende eeuw een hele flottielje van gaffelgetuigde statenjachten bouwen en organiseerde er wedstrijden mee. En zo zijn het Engelse yachting en alle daarvan afgeleide woorden ontstaan.

Yacht legs
Telescopische staanders die aan de zijboorden van een kielboot kunnen worden bevestigd en ervoor zorgen dat de boot zonder problemen kan droogvallen. Zie ook Kimkielen.

Yachtie
Zeilfanaat.

Yacht club
Jachtclub; zeilvereniging; watersportvereniging. Zie ook Marina.

Yawltuig
Tuig met twee masten. De voorste mast is het hoogst. Aan de achterste mast (druilmast) wordt een druil gevoerd, die steeds klein is in verhouding tot het grootzeil. De druil dient meer als trim- en steunzeil, dan dat hij meehelpt bij de voortstuwing van het schip. Soms loopt de schootvoering van de druil via een papegaaistok.

Yawl
Afkomstig van het Nederlandse `jol`. (1) Type zeilboot met langsscheepse zeilen aan twee masten waarvan de achterste – in tegenstelling tot de kits – achter de roerkoning staat, en waardoor de roerganger tussen de twee masten in zit. (2) Bijboot, reddingssloep.

Yaw
Gieren, uit de koers lopen, slingeren.

YBDSA
Yacht Brokers, Designers and Surveyors Association. Vereniging waarvan alle vooraanstaande Europese deskundigen op het gebied van de expertise van kleine vaartuigen lid zijn.

Yle
Haring die kuit of hom geschoten heeft en doorgaans alleen in het najaar gevangen wordt.

Zandstrook
(1) Ook: kloosterhout. Brede plank direct naast of in de sponning van de kiel. (2) Bij een hengst het eerste boord tegen de kim.

Zandloper
(1) IJzeren beslag om het zwaard. (2) Vorm van versiering, bijvoorbeeld op beretanden. (3) Wachtglas.

Zandboord
Onderste huidgang.

Zandbank
Uit zand opgebouwde ondiepte in een zee, rivier of meer, die vaak ontstaat op plaatsen waar een stroom zijn loop vertraagt.

Zandaak
Aakdie zeer veel op de IJsselaak lijkt. Voert een grootzeil met rechte of gebogen gaffel en een fok.

Zalmschouw
Niet erg fraaie schouw van de benedenrivieren, die bovendien in het geheel niet op een schouw lijkt, want het schip heeft geen vlakke bodem en platte voor- en achterspiegel. Heeft een opgebogen vlak in het voorschip, rechtstandige achterstevenbalk, uitwaaiende onderboorden en naar binnen hellende bovenboorden. Is 6 à 7 meter lang, heeft oorspronkelijk een spriettuig en werd gebruikt voor de zegen-, fuik- en drijfnetvisserij op de Beneden-Merwede, het Hollands Diep en de monden van de grote rivieren. Uit de naam mag men opmaken dat het destijds met de Nederlandse rivieren heel wat beter gesteld was dan nu.

Zaling
Elk der dwarsscheeps (en soms langsscheeps) aan de mast bevestigde spreiders die de hoek tussen het topwant en de mast groter maken, om het want meer naar buiten te brengen, meer spatting te geven. Zie ook Dwarszaling en Langszaling.

Zalinglicht
Lampen onder aan de zaling, die gebruikt worden om het werken in het donker te vergemakkelijken.

Zak
Aatje

Zaïre
Op deze rivier kan je van Mbandaka naar Kisangani de meest vreemde vaartuigen tegenkomen. Neem de Lokele. Dit is de naam van het moederschip, dat wil zeggen het enige schip waarvan de motor functioneert. Voor, achter en naast de Lokele zijn allerlei grote en kleine vaartuigen vastgekoppeld, en zo vaart dit enorme samenstelsel de rivier af. Er zijn duizenden mensen aan boord; voor hen is dit de enige mogelijkheid van transport. Politiemensen en soldaten zijn vast gestationeerd op deze varende stad. Verstekelingen worden hardhandig verwijderd na eerst te zijn kaalgeschoren. Honderden kleine handelaartjes verkopen hun waren aan de passagiers en aan de vissers die onderweg illegaal aan boord komen en hun kano`s achter het gevaarte aan laten drijven. Als u dit jaar eens geen zin hebt in Benidorm…

Zaathout
Langsverbanddeel in de bodem, boven de kiel. Doorgaans zijn er ter weerszijden van dit zaathout nog enkele evenwijdige balken aangebracht.

Zaanse scheepsbouwers
Zij waren in heel Europa beroemd. Halverwege de zeventiende eeuw was er een bloeiende handel met de Russische stad Archangelsk, waar Hollandse kooplui tot eind augustus met hun kramen op de jaarmarkt stonden. In de `Duitse wijk` (vreemdelingenwijk) van Moskou wemelde het van de Hollanders en Zaanse scheepsbouwers hadden aan de Moskva hun werfjes opgericht. Tsarevitsj Peter (Pjotr) liep daar als kind rond en leerde er een mondjevol Nederlands op z`n Zaans. De scheepsbouwers vonden Pjotr maar een belachelijke naam en noemden hem Pieter. Sindsdien heeft hij zijn naam altijd met `Piter` getekend, ook toen hij later tsaar Peter de Grote was. Zie ook Russische marine.

Zaanse gondel
Open platbodem met gaffeltuig, waarmee in de jaren twintig nog regelmatig wedstrijden werden gezeild aan de Zaan. Verwant aan de grundel en de punter.

Zaaien
Het verspreiden van roddel en achterklap. Zie K.I.D.

Zate
Plaats waar in getijwater een schip kan worden drooggezet.

ZAR
Zeeaanvaringsreglement 1972, voorzien van de laatste wijzigingen.

Zeeliedenstaking
Staking van werknemers in de zeevaart. Op 14 juni 1911 brak er in Amsterdam en Rotterdam een zeeliedenstaking uit. De stakers in Amsterdam waren grotendeels lid van de `Algemene Nederlandse Zeeliedenbond`, terwijl die van de Maasstad voornamelijk waren aangesloten bij de NVV-bond `De Volharding`. In de nacht van 5 op 6 juli kwam het in Amsterdam op Kattenburg tot een treffen met de politie. Hoewel de werkgevers op geen enkel punt aan hun eisen tegemoet waren gekomen, besloten de stakers op 9 augustus om weer naar zee te gaan. Zie ook Visserijstaking.

Zeeleeuwklasse
Type onderzeeboot, dat als voornaamste taak heeft het aanvallen van vijandelijke onderzeeboten en oppervlakteschepen, alsmede verkenningsoperaties.

Zeekraan
Kraan in de zijwand om water in of uit de boot te laten.

Zeeklit
Diertje, behorend tot de groep van de zeeëgels, dat voor de Nederlandse kust leeft. Wordt door het waterbeheer ingezet voor het bepalen van de giftigheid van (haven)slib. Als een zeeklit zich prettig voelt, graaft hij zich namelijk in de zeebodem in, zo niet dan blijft hij op de bodem liggen.

Zeekip
Elke vogel die boven de zee vliegt.

Zeekap
Zuidwester

Zeekaart
Kaart waarop alle diepten, vaargeulen, betonning, bakens, wrakken, blinde klippen en getijden staan aangegeven, alsmede vaste oriëntatiepunten aan de wal, zoals vuurtorens, kerktorens en andere hoge objecten.

Zeeijs
Bevroren zeewater. De ijskristallen hebben een zoutgehalte van 5 tot 10‰. Het zeeijs heeft een relatieve dichtheid van 0,92.

Zeehondenjacht
Zie Robbenjacht

Zeehaven
Haven aan of in de directe nabijheid van de zee, die daarmee een directe scheepsverbinding heeft.

Zeegnet
Zegen(1). Zie ook Muur des doods.

Zeegang
Windgolven, in tegenstelling tot deininggolven.

Zeegaand jacht
Elk jacht dat als zeegaand jacht door de KNWV is erkend. Kan onder andere van belang zijn bij de aanschaf van marifoon-apparatuur. Erkend zeegaande jachten worden namelijk gelijkgesteld met zeeschepen, mogen dus over extra marifoonkanalen beschikken en mogen op de meeste kanalen met laag en hoog vermogen werken.

Zeeg
Het verloop van de snijlijn van de huid en het dek van een vaartuig, van opzij gezien. Is de zeeg voor en achter hoger dan in het midden, dan noemt men hem positief of hol; is hij in het midden het hoogst, dan spreekt men van een negatieve zeeg of een `katterug`.

Zeedagenregeling
Wettelijke regeling van het aantal dagen dat vissersschepen op zee mogen verblijven.

Zeedag
Elke dag dat men met een schip op zee is. `Ik heb er honderdvijftig zeedagen opzitten; ik neem eerst drie maanden vakantie.`

Zeecadet
Ook: adelborst. Iemand die tot zeeofficier wordt opgeleid.

Zeebrief
Nationaliteitsbewijs van een zeegaand schip. Een soort paspoort van het schip, verstrekt door de regering van het land waar het schip geregistreerd staat. Op de koopvaardij moet het bij binnenkomst in een haven door de kapitein getoond worden aan de autoriteiten. Ook pleziervaartuigen kunnen als zeeschip worden geregistreerd, hetgeen het o.a. mogelijk maakt een hypotheek op het schip te nemen. Zeebrieven worden uitgegeven door de Scheepsmetingsdienst, die valt onder het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken (DGSM) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Zeebeving
Aardbeving waarvan het epicentrum onder het zeeoppervlak ligt.

Zeeberg
Onderzeese berg, meer dan een kilometer hoog, met een scherpe kam, in tegenstelling tot een guyot.

Zeeanker
DrijfankerConische zak van zeildoek die aan een lijn achter de boot gehangen wordt. Men kan ook een plastic emmer gebruiken, of een puts.

Zeeaanvaringsreglement
ZAR.

Zee en deining
Er bestaat een schaal van zee en deining, die 1 à 2 punten lager is dan de Beaufortschaal.
Schaal Zee Deining
0 Vlak Geen deining
1 Kabbelend Lage, korte, matige lange deining
2 Licht golvend Lage, lange deining
3 Golvend Matig hoge, korte deining
4 Zee Matig hoge, matig lange deining
5 Aanschietende zee Matig hoge, lange deining
6 Wilde zee Hoge, korte deining
7 Hoge zee Hoge, matig lange deining
8 Zeer hoge zee Hoge, lange deining
9 Zeer hoge en wilde zee Dooreenlopende verwarde deining

Zee
(1) De samenhangende zoute watermassa die de continenten aan alle zijden omgeeft. De grotere bassins worden `oceaan` genoemd. (2) Golf.

Zeddelboord
Zetboord

ZHMRS
Zuidhollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen.

Zinken
Toestand waarbij een deel van een vaartuig of het hele vaartuig vol water loopt, niet meer blijft drijven en naar de bodem zinkt. In die volgorde. Dat laatste is doorgaans slechts de bedoeling bij onderzeeërs. Mocht zich zoiets bij een oppervlakteschip voordoen, dan doet men er goed aan het vaartuig tijdig te verlaten en zich van het vaartuig te verwijderen. Een snel zinkend schip kan namelijk een behoorlijke maalstroom veroorzaken, waardoor men mee naar de diepte kan worden gesleurd.

Zilvervloot
De konvooien die in de 16e en 17e eeuw het goud, zilver en diamanten uit de mijnen van Zuid-Amerika naar Spanje vervoerden. Op 9 september 1628 slaagde Piet Heyn er bij Cuba als eerste in om deze schepen te bemachtigen. De buit was bijna 12 miljoen gulden en de Westindische Compagnie keerde maar liefst 50% dividend uit.

Zilveren vink
Officier van de administratie (OVA).

Zijzwaard
Elk der twee beweeglijk schilden aan de zijkanten van de boot, die dienen om het verlijeren tegen te gaan.

Zijstagen
Stagen lopend van de mast naar de zijkant van de boot. Ze worden meestal `het want` genoemd. Zie ook Staand want.

Zijlmans Eagle 43
Stalen knikspant motorjacht met zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 13,50 m., breedte 4,25 m., diepgang 1,10 m.

Zijdse bom
Ook: visserspink. Voerde grootzeil, stagfok, kluiffok, kleine kluiffok, jaagfok en stormfok. Had een mast, soms ook een klein achtermastje, en een kluifhout. Sommige zijdse bommen werden ook gebruikt voor de koopvaardij.